“Er zijn twee zaken die de financiering van de begroting uithollen: fiscale koterij en subsidiestokerij.”
Als we onze samenleving toekomstgericht willenuitbouwen, moet er geïnvesteerd worden in goed werkende openbare diensten. Zij zorgen voor meer sociale gelijkheid en rechtvaardigheid en finaal voor een betere samenleving. Collectieve diensten stellen overheden in staat om adequaat te reageren op sociaaleconomische schokken als de financiële crisis in 2008, de coronapandemie in 2020-2022, de watersnood in juli 2021 en de energiecrisis van 2021-2023.
Wat zien we?
Lineaire besparingen en het blind verminderen van personeelsaantallen zorgen voor minder goede dienstverlening. Tal van overheden moeten door een gebrek aan middelen hun dienstverlening terugschroeven. Dit ondergraaft het vertrouwen in de openbare diensten, maar ook in de politiek en de samenleving. Tegelijk is er een forse stijging van overheidscontracten voor allerlei consultancyopdrachten of andere organisatievormen, vaak bedoeld om personeelstekorten op te vangen en diensten te vervangen.
Onze openbare diensten zijn globaal genomen niet overgefinancierd. Uit een vergelijking door de Nationale Bank van onze overheidsdienstuitgaven met die van de buurlanden blijkt dat die in 2019 in België 4,5% van het bbp hoger lagen. Toch is er een gebrek aan middelen. Hoe komt dat?
Koterij en stokerij
Een autoriteit op het gebied van de overheidsfinanciering is Willem Moesen, professor emeritus aan de KUL. We stelden hem de vraag waarom België er maar niet in slaagt om de publieke sector ordentelijk gefinancierd te krijgen. “In België domineert de facto de opvatting dat de begroting een grabbelton is waar je zoveel mogelijk probeert uit te halen voor jezelf, gelijkgezinden en drukkingsgroepen. Daardoor is er een continue strijd tussen die particuliere profijtjes en het algemeen belang. Er zijn twee zaken die de financiering van de begroting uithollen.
Meer dan in andere landen komt dat tot uiting in, zoals ik dat noem, een ‘fiscale koterij’. We hebben een enorm ingewikkeld belastingsysteem met veel uitzonderingen, ristorno’s en particuliere privileges waardoor de belastbare grondslag kleiner wordt zodat we steeds hogere belastingen moeten heffen om de publieke diensten te financieren. En dan is er de ‘subsidiestokerij’. Meer dan in de buurlanden slagen belangengroepen erin allerlei uitgaven naar zich toe te trekken voor hun achterban. Het civiele kapitaal van België is daardoor lager dan in andere geïndustrialiseerde democratieën.”
We laten elk jaar 10 miljard liggen
“We hebben natuurlijk twee externe schoppen gehad: de pandemie en het conflict in Oekraïne die tot extra uitgaven noopten. Zo hebben we de koopkracht van de gezinnen in stand willen houden en ook zelfstandigen kregen steun.
Dat heeft wel wat geld gekost, net als de maatregelen tijdens de energiecrisis. Maar volgens Europa waren de steunmaatregelen onvoldoende doelgericht en te langdurig. Een voorbeeld van een maatregel die veel te algemeen is en veel geld kost, is de verlaging van de btw op elektriciteit van 21 naar 6%. Op zich een goede maatregel voor wie het nodig heeft. Maar voor iemand die zijn zwembad verwarmt, geldt die dus ook. Europa berekende onze btw-kloof. Als wij een tariefstructuur zouden hebben zoals gemiddeld genomen in de EU, dan brengt dat 1% van het bbp meer op, afgerond 5 miljard euro. Volgens het IMF bedraagt die kloof zelfs 2%, we laten dus elk jaar 10 miljard euro liggen. Wat de inkomensbelasting betreft, behoort België tot de hoogste in Europa. Maar dat voordeel wordt onderuitgehaald door de talloze fiscale aftrekposten. Er zijn zo’n 700 verschillende invulvakjes bij de aangifte van de personenbelasting. Komt nog bij dat België veel vennootschappen telt, waardoor een groot deel van die inkomens niet in de personenbelasting komen.”
Ondertussen in Europa
De EU beslist of er al dan niet bezuinigd moet worden. De enige vrijheid die de lidstaten daarbij hebben, is de keuze tussen welke domeinen meer of minder ontzien worden, maar het totaalplaatje ligt vast. Gelukkig wordt er ook aan alternatieven gedacht voor de zoveelste besparingsgolf die op ons af komt. Jan Willem Goudriaan, algemeen secretaris van de European Federation of Public Service Unions (EPSU), legt uit waarom het nu tijd is voor de publieke sector. “Wij willen een beleid dat de publieke diensten ondersteunt en besparingen voorkomt. Als alternatief stellen we daar ‘just taxation’ tegenover, het invoeren van rechtvaardige belastingen om publieke investeringen en diensten te financieren.”
“Tijdens de pandemie en bij het invoeren van de Green Deal speelden publieke investeringen een belangrijke rol en werd er niet bespaard. Sinds 2022 is de besparingsretoriek in Europa weer terug en die komt waarschijnlijk op volle kracht in 2024-2025, na de Europese verkiezingen. Ook België zal dan weer gedwongen worden om evenwichtige budgetten voor te leggen en de staatsschuld te verminderen. De Europese vakcentrale vraagt een verandering van het beleid. Het EVV roept daarom op tot een mobilisatie tegen het besparingsbeleid op 13 oktober in Parijs. Naar alle waarschijnlijkheid volgt een grotere actie in december, mogelijk in Brussel.”
“Je kunt discussiëren of besparingen nodig zijn, en zo ja, op welk gebied. Wat we wel weten is dat er in Europa grote tekorten zijn aan onderwijzers en zorgverleners en dat er jarenlang ondergeïnvesteerd werd in de overheidsvoorzieningen. Het is dan ook tijd om de vraag te stellen naar welk soort samenleving of economisch model Europa moet gaan. Wij zijn voorstander van een ‘beyond growth’-model. Onze samenleving moet niet exclusief gefocust zijn op meer groei en winstgevendheid. Wel op een verhoging van het welzijn voor iedereen. Binnen dat model is een fundamentele rol weggelegd voor de openbare diensten. Investeringen daarin moeten afgeschermd worden van besparingen. Overigens is er een duidelijke correlatie tussen het verminderen van de publieke investeringen en minder groei. We hebben rechtvaardige, progressieve belastingen nodig waarbij de rijken en grote ondernemingen meer bijdragen. Of er dat van gaat komen is een andere vraag. Er is veel steun in de samenleving maar we verwachten helaas een ruk naar rechts in het Europees parlement.”