Nieuws
21-2-2020
Ondersteuningsmodel onder de loep
Een commissie onder leiding van professor dr. Elke Struyf onderzocht of het ondersteuningsmodel zijn doel bereikt en welke gevolgen het heeft voor het gewoon en buitengewoon onderwijs. Zoals verwacht ontdekte de commissie wel enkele pijnpunten. Drie ervan zijn voor ons cruciaal.
Een duidelijke opdracht én statuut voor de ondersteuner
Niet elke ondersteuner wordt met de juiste doelstellingen en op de juiste manier ingezet. Jullie voelen de ondersteuning ook niet altijd in de klas. Dat moet beter! Onze boodschap: zet in op transparante afspraken en een goede communicatie tussen alle partijen gecombineerd met voldoende budget.
Minstens zo belangrijk is dat ondersteuners zich ergens thuis voelen en kunnen terugvallen op een goed statuut zodat ze gemotiveerd aan de slag blijven. Na drie jaar in een onzekere situatie te hebben gewerkt, verdienen de ondersteuners dringend een thuishaven en heldere werkvoorwaarden. Het is aan minister Weyts om dit te realiseren. Wij rekenen daarop!
Wat met het buitengewoon basisonderwijs?
Het is onduidelijk waar de overheid naartoe wil met het buitengewoon onderwijs. Voor ons is het wel duidelijk! Het buitengewoon onderwijs heeft een belangrijke plaats in het hele inclusieve onderwijssysteem. De expertise die het in huis heeft, moeten we borgen. In scholen van het buitengewoon onderwijs komen leerlingen met steeds grotere zorgnoden aankloppen. Zij hebben recht op kwaliteitsvol onderwijs. Het buitengewoon onderwijs moet daar de nodige omkadering en mogelijkheden voor krijgen.
Haalbaar zorgbeleid in het gewoon basisonderwijs
Schoolteams hebben de laatste jaren hard gewerkt aan een zorgbeleid dat goed is voor al hun leerlingen. Toch stelde de commissie vast dat er in veel scholen nog geen stevige basisvisie op zorg bestaat.
Van bij de prille opstart van het M-decreet hameren we al op de nood aan een sterk professionaliseringstraject voor leraren én tijd voor overleg. Ondertussen moeten jij en je collega’s het nog altijd doen met een professionaliseringsbudget van minder dan 100 euro per voltijdse collega en bestaat de overlegtijd nog altijd uit de gestolen minuutjes tijdens speeltijden en middagpauze. In het toekomstplan voor het basisonderwijs dat vakbonden en koepels samen aan de Vlaamse regering overhandigden vragen we om binnen de opdracht van de leraar twee uur vrij te maken voor overleg. Een heel concrete maatregel die jullie in staat zal stellen om op een meer professionele manier (samen) te werken.
Onderzoeken is goed. Zeker als het leidt tot een nuttige bijsturing. Samen met jullie rekenen we erop dat het nieuwe begeleidingsdecreet – inclusief een definitief ondersteuningsmodel - meer zal zijn dan een naamsverandering. De minister kent nu de punten waarop hij moet inzetten.
Marianne Coopman
Algemeen secretaris
Zwartopwit uit Basis-2